Mart Verdoes

“In het begin dacht ik – moet dat dan? – Het proces heeft een bepaalde gang nodig.Om dat door te gaan; snap je?”

Lasagne of een boterham met eigengemaakte eiersalade? Meneer Verdoes gaat voor de lasagne. Zonder twijfel. Dan, een ferme handdruk en een hand op mijn schouder. ‘Goeiemorgen!’  Zijn brede lach zet direct de toon van ons gesprek. Mart Verdoes. Geboren te Katwijk in 1950, maar ook woonachtig geweest in Katwijk Rijn, zoals hij dat zelf zegt.

Met de lasagne genoteerd mag ik meneer even ‘lenen’. We strijken neer aan een rustig tafeltje met uitzicht op de Rijn waar de zon zichtbaar speelt met het water. “Ik weet nog dat er ijs lag op de Rijn, maar dat maken we niet meer mee, door de warmte.” Als kind schaatst hij graag. “Op een winterdag, had ik van die houten schaatsen, die je moest ombinden met touwtjes. Schaatsten we in Katwijk, op de slootjes. Was wel uitkijken, maar ik nam altijd de gok, dat zit in me, dat uitdagen.”

Lasagne dus vandaag!

“Ja, dat is perfect hoor, die lunch. Samen aan tafel. En je kiest vooraf zelf uit wat je wilt.” Meneer komt twee dagen in de week naar de Herberg voor dagbesteding. Zo’n half jaar inmiddels. Wennen was dat wel. “In het begin dacht ik, moet dat dan? Het proces heeft een bepaalde gang nodig om dat door te gaan, snap je. En ik ben graag buiten, loop lange afstanden. Hier zijn dat toch vaak korte stukjes. Ik heb hier wel een wandelmaatje. Zij wandelt ook graag.”

OVER DE BEGELEIDING“Men moet de uren invullen van zo’n dag natuurlijk. Dat is zogezegd de taak van degene die hier een beetje de leiding heeft. Dat is altijd wel heel zinvol hoor. Het spelprogramma. Van alles wat. De ene heeft interesse in dit, de ander in dat.”

“Tis niet wat ik ken en gedaan heb, maar ik ben ook al een dagje ouder.”

“Ik zei gisteren nog, ik pak de fiets wel naar de Herberg, maar dat was niet de bedoeling. Ik kom met dat karretje”, lacht hij luid, wijzend op de bus van de Herberg op de parkeerplaats.

De stap naar de dagbesteding. “Die keuze werd voor mij gemaakt. Je maakt hier toch ook kennis met andere mensen. Dat is goed. Ik was in het begin wel wat chagrijnig hoor, want ik ben een vrij man en hou van de natuur, hou van de bomen. De bossen nu, geweldig. Ik heb dan ook oog voor de bloemetjes. De Lelietjes-van-dalen bijvoorbeeld. Onder de bomen in de schaduw, daar bloeien ze goed. Daar hou ik heel erg van. De natuur staat bij mij hoog in het vaandel.”

“Als ik ga wandelen weet ik precies wanneer het hoog en laag water is.”

“Met tien minuten ben ik op het strand. Als ik buiten ben denk ik – ja! Als Katwijk-er weet ik ook dat het tij komt en gaat. Dat houd ik in de gaten. Als ik ga wandelen weet ik precies wanneer het hoog en laag water is. Dat staat in De Katwijksche Post, dat knip ik dan uit en bewaar ik in mijn portemonnee.” En zo geniet hij van de zeehonden (vooral bij de Uitwatering) en fietst hij graag van Katwijk naar Scheveningen. “Daar meren de visserijschepen aan. Ik fiets ook liever het duin op dan af. Haha. Dat geeft weerstand, begrijp je. Sportief gezien houd ik van een uitdaging.”

“De fjorden. Ken je dat? Geweldig. Moet je doen, echt. Moet je doen. Prachtig!”

WERKAls jonge jongen volgt hij de LTS in Oegstgeest. “Ik wilde al snel aan het werk. De praktijk in, dat vond ik leuk.” Hij is werkzaam geweest in de machinebouw, een technisch beroep dus en komt voor zijn werk veel in Noorwegen. “Geweldig was dat. De westkant van Noorwegen. Prachtig. De natuur in Noorwegen is heel geweldig. Die bergen, de echo.” De visserijschepen als zijn werkterrein. “Ik ben ook in Portugal geweest. Bremerhaven (een havenstad in het noorden van Duitsland, redactie.)  Om schepen te repareren.

“Echt schitterend om dat te doen.”

“Ik was ook diaken in de kerk. Heel leuk om te doen, in die zin, ik was ook een persoon die de kleintjes kon vermaken. Als de dienst begon en de kinderen gingen de kerk uit voor de zondagsschool dan ging ik mee. Zorgde ik dat ze de juiste aandacht kregen.” Hij ging zelfs mee op zomerkamp. “Naar Gelderland, met de jongeren, zo’n 40 kinderen, zo ongeveer twaalf, veertien jaar oud. Om dat allemaal te regelen was geweldig. Echt schitterend om dat te doen.”

SPORTIEF“Sportiviteit heb ik hoog in het vaandel staan. Ik heb aan atletiek gedaan, hardlopen, hoogspringen, die dingen, weet je wel. Tennis doe ik nog altijd, bij Zee en Duin in Katwijk, aan de zuidkant. Ik ben nog hartstikke fit. Beetje vrij tennissen, heerlijk. Ook met mijn zoon(s). Dan dagen ze die ouwe graag een beetje uit. Nou ik pak ze hoor, haha!”

Quick boys“Toen ik twaalf was kon ik eindelijk op voetbal.” Hij voetbalde bij Quick boys, als back. In het eerste elftal. ‘Zal je niet zeggen hè!’ In zijn jeugd speelde hij zelfs nog tegen de jeugd van Feyenoord.

“Ik ben nog steeds lid, maar ik ga niet meer kijken. Mijn oren horen dan al dat geroep van de aanhang. Daar heb ik een hekel aan. Net als het vele bier drinken. Sóms ga ik nog, naar een thuiswedstrijd. Of ik kijk voetbal op tv. Frankie de Jong bijvoorbeeld is een hele mooie speler. Een middenvelder en heel tactisch.”

OUDERLIJK GEZIN“We waren thuis met acht kinderen. Vroeger was dat standaard, een groot gezin. Mijn oudste zus ging al werken toen ik nog naar school ging.

We hadden in die tijd een voorkamer en achterkamer. Met schuifdeuren. In de ochtend was je dan aan de ene kant, in de middag aan de andere kant. De meisjes hielpen met het huishouden, het eten en zo. Tegen de jongens zeiden ze: ‘Gaan jullie maar buiten voetballen of zo!’ Zijn vader reed op vrachtwagen. “Met haringtonnen. Die bracht hij overal naartoe. De grootte van een ton is afhankelijk van het aantal haringen. Ik mocht ook mee, gingen we bijvoorbeeld naar de haven van Rotterdam.”

“Ik krijg er weer tranen van in mijn ogen.”

Over zijn broer. “Ik heb een nier gegeven aan mijn broer Arie, in het Academisch ziekenhuis. Onze Arie was 4 jaar ouder. Ik heb nog een foto van het ziekenhuis, liggen we allebei in bed met een duim omhoog. Ja, het heeft hem goed geholpen. Ik krijg er weer tranen van in mijn ogen. Toch ging t over. Hij is nu overleden.”

“Mijn kinderen zijn geweldig.”

“Ik heb drie zoons. Allemaal met mooie banen. Ja, mijn kinderen zijn geweldig. Heb ook al kleinkinderen hoor!” Eén van zijn zoons heeft een zeilboot. “Hij is een echte zeiler. Met een maatje. Als ze klaar zijn help ik de boot weer terug het strand op te trekken. Ze doen ook aan wedstrijden mee, die kijk ik heel graag. Dan neem ik een verrekijker mee en dan zie ik ze gaan. Daar gaat ie! Geweldig. Al mijn zonen zijn hartstikke sportief.”

Reizen doet hij nog altijd graag. En dan aan de wandel natuurlijk!“Volgende week gaan mijn vrouw en ik naar Portugal. Kijken we zo op de Atlantische oceaan. Het is heerlijk daar. Niet te heet en er is een haventje dat ik ken met een marktplein. Sardientjes vangen is echt Portugees, gaan ze einde van de middag het water op, prachtig.”

Een mooi vooruitzicht dus!

Meneer zucht even. “Ja!”

We zijn inmiddels al een tijdje aan de praat. De geur van lasagne vult de huiskamer en de tafels worden hoorbaar gedekt.

‘Is het oké dat we nog even een mooie foto maken?’ Vraag ik ten slotte.

Nogmaals die ferme handdruk en een hand op mijn schouder. En weer die lach.

“Picobello!”

Mart Verdoes

“In het begin dacht ik – moet dat dan? – Het proces heeft een bepaalde gang nodig.Om dat door te gaan; snap je?” Lasagne of een boterham met eigengemaakte eiersalade?

Lees meer